Een geluk bij een ongeluk

Als we dan toch openhartig zijn in de media, dan kom ik er ook eerlijk voor uit. De afgelopen maanden heb ik therapie gevolgd om een trauma te verwerken. Nu niet meteen van alles zitten te fantaseren of invullen. Ik deel heel graag met jullie wat mij is overkomen.

Een kleine anderhalf jaar geleden, aan de start van mijn ZZP’er schap, op weg naar mijn opdrachtgever, ben ik al fietsend bergafwaarts in fysiek contact gekomen met het Valkenburgs wegasfalt. Het was niet mijn keuze. Wel die van een onzichtbaar oliespoor en verzakende remmen. 2 Minuten uit mijn leven verloren, maar 15 ooghechtingen én, triester, een trauma rijker. Met “höchstgeschwindigkeit” knalde ik in een flits op het asfalt van de andere weghelft. Nu moet je weten dat De Daelhemerweg aan de rand van Valkenburg in de ochtendspits niet alleen sluiproute is voor menig forens tussen Maastricht, Heuvelland & Parkstad maar ook van veel gehaast ochtendbus- en vrachtverkeer. Dat uitgerekend tijdens mijn valpartij noch auto, noch bus, tractor of vrachtauto van de andere kant kwamen, is voor mij tot op de dag van vandaag een onverklaarbaar raadsel. ‘God must had an other plan for me’ realiseer ik me nu.

Ik was onverzekerd, geen AOV, geen broodfonds of andere inkomstenverzekering. Mijn hele kantoor zat in een stoffen fietsentas; laptop, gsm en Ipad, onverzekerd. En het meest domme, ik droeg geen helm. Kortom, je hoeft niet over bijzonder veel inzicht te beschikken om te weten dat dit dus ongelofelijk onverantwoord en oerdom is. Maar los van de lichamelijke verwondingen, kapotte fiets of beschadigde computer, verloor ik die ochtend iets zo waardevol, dat geen enkele verzekering dekken zou. Ik verloor die ochtend een stukje onbezonnenheid, onbevreesdheid. Ik verloor in een flits een stukje Jelle. Jarenlang fietste ik met mijn partner kilometers berg op en berg af, in regen, sneeuw of hagel, zelden in de remmen of lettend op de kilometerteller. Ik deed mijn bijnaam ‘snelle Jelle’ absoluut eer aan.

De maanden erna kostte het me de grootste moeite om de fiets te nemen. Met het zweet op mijn voorhoofd, knoop in mijn maag en klamme handen fietste ik de Keerberg af. Natte kinderkopjes op de St. Servaasbrug zorgden ervoor dat ik via de Wilhelminabrug fietste om in de binnenstad te komen. En dan nog het allerergste, hoe moest dat van de zomer, als mijn kleinzoon Loe oud genoeg was om voor op oma’s fiets te zitten?

Na een intensieve maar uiterst succesvolle therapie samen met, ik kan niet anders zeggen, een kanjer en een geweldige vakvrouw kwam ik tot een belangrijk besef. Hoewel ik aan ene kant iets was verloren, won ik aan de andere kant een essentiële levensles. Het iets niet meer of minder kunnen betekende niet dat ik faalde. Het stelde me juist in staat om iets weer los te laten. Je hoeft immers niet altijd snel te gaan om daar te komen waar je wilt zijn.

Inmiddels fiets ik weer dapper door velden en langs wegen. Okay, niet meer als die snelle Jelle maar wel weer met die bekende glimlach, helm en, let op goed op ZZP’ers…goed verzekerd!