Kopje koffie… zwart!

Afgelopen week had ik een bijzonder gesprek met een man uit Parkstad. Op aanraden van mijn opdrachtgever. Het gesprek was bedoeld als kennismakingsgesprek. Zonder enige verwachting van of naar beide kanten. Gewoon kennismaken In het kader van het project waaraan ik in de mijnstreek werk.

Zijn binnenkomst was ietwat onwennig. Wist blijkbaar niet precies waar hij moest zijn. Nu ik eraan terugdenk, was hij klaarblijkelijk nog nooit op kantoor geweest.

De man sloeg mijn Limburgse gastvrijheid in de vorm van een kopje koffie of thee af. Zelfs voor een glaasje gekoeld schoon water kon ik hem niet verleiden. Mhhhh, dacht ik, blijkbaar verwacht hij wel iets…weinig. Ik nodig hem vriendelijk uit om plaats te nemen in één van de beschikbare kantoorruimtes. En daar waar ik dacht dat hij zijn jas zou aanhouden, deed hij deze dan toch uit. Ok, dacht ik, dat is tenminste een positief teken.

Ik start het gesprek met een korte introductie van mezelf en toelichting over het project, maar meer de status en voortgang. In een paar maanden tijd ben ik zelf aardig in de ban geraakt van dit majeure project. Haar doelstelling, ambitie en visie. Maar vooral de enorme potentie voor de regio. In alle lagen van de bevolking. Binnen en ver buiten onze regio- en landsgrenzen. Maar ook diens uitdaging in een voortdurende zoektocht naar betrokkenheid en bewustwording van derden. Ik eindig mijn gedeelte met een hernieuwde poging mijn gastvrijheid te tonen. “Toch niet een kopje koffie?”. En warempel. Het ijs is gebroken. ”Ja doe toch maar’ zegt de man zichtbaar ontspannen. ‘…zwart.’ Hoe toevallig.

Het blijkt als snel dat de heer tegenover me aan tafel geen onbekende is met het project, sterker nog hij kent het al vanaf het allereerste uur. Maar eerst neemt hij me op zijn beurt in een mum van tijd mee door zijn indrukwekkende maar vooral diverse uithoeken van zijn loopbaan. Ik ben onder de indruk. Niet alleen van zijn c.v. maar nog meer van zijn enthousiasme. Ik maak diverse aantekeningen om in een later stadium van het gesprek op terug te komen, denk ik zo.

Hij licht gepassioneerd zijn projecten toe. Ik betrap me erop meteen dwarsverbanden en cross-overs te zien. Maar houd me in ze te benoemen. ‘Geen verwachtingen scheppen, Jelle’ bijt ik me zelf toe. Gedreven noteer ik verder. Ons geanimeerd gesprek, van beide kanten, komt tot een einde. De vragen en opmerkingen die ik gaandeweg het gesprek had genoteerd, zijn allen beantwoord. We weten voldoende. Van elkaar maar vooral van elkaars ambitie en potentie. Waar een simpel zwart kopje koffie toch wel niet goed voor is.

Vriendschappelijk nemen we afscheid van elkaar en schudden stevig elkaars hand. En terwijl hij de lift in stapt, denk ik, enigszins stiekem en verwachtingsvol, hoe een simpel kopje koffie, zwart notabene, wellicht een verschil kan maken in onze toekomst.